De coachvraag

De aanleiding om aan een individueel coachingstraject te beginnen kan verschillend zijn.  Over het algemeen kun je stellen dat een coachingsbehoefte vaak ontstaat als iemand zijn/haar huidige situatie ervaart die afwijkt van de gewenste situatie. Dit kunnen situaties zijn zoals bijvoorbeeld: Een nieuwe functie die andere vaardigheden vraagt, een (her)bezinning op je loopbaan, of het willen verbeteren van je persoonlijke effectiviteit.

De behoefte aan coaching kan ook ontstaan door  bijvoorbeeld veranderde omstandigheden zoals reorganisaties, overnames, andere stijl van leiding krijgen,  waardoor je gedemotiveerd kan raken, of zelfs burn-out kan raken. Meestal is er bij een coachingsbehoefte ook sprake van een tegenvallende match met een van de vier succesfactoren voor effectief functioneren. Wat de aanleiding om coaching te zoeken ook is geweest: Een coachingstraject kan je helpen om de regie weer in eigen handen te nemen en vandaar uit keuzes te maken die matchen met wat jij wilt en kunt.

De vier succesfactoren voor coaching zijn:

1-Eigenaarschap van de coachee voor zijn eigen leerproces  Degene die gecoacht wordt moet zich zelf verantwoordelijk voelen en gedragen voor de eigen vooruitgang in de (probleem)situatie die de aanleiding was om coaching te zoeken. Eigenaarschap komt tot uitdrukking in de coachvraag: hoe kan ik…?

2-Het hebben van een duidelijke meetlat

ter markering van de huidige en de gewenste situatie. Dit vraagt om resultaat- en doelgerichtheid  in denken en handelen tijdens het coachingstraject. Dragen jouw houding, jouw keuzes, jouw gedrag bij tot het realiseren van de gewenste situatie of maken ze duidelijk hoe je jezelf klemzet? Is dit (wat gebeurt in de huidige situatie) wat je wilt?

3-De ijsberg als metafoor voor iemands mentale en emotionele huishouding

Gedrag en uitspraken zijn zichtbaar (boven de waterlijn), maar opvattingen, overtuigingen, meningen, beweegredenen, drijfveren, emoties en gevoelens zijn niet zichtbaar (onder de waterlijn). Die onzichtbare drives zijn de aanzetters tot het (zichtbare) gedrag. Dat betekent dus dat tijdens coaching de zoektocht vooral ook gaat naar die dieper gelegen inner drives.

De drie loops van leren zijn hier onlosmakelijk mee verbonden.

Allereerst krijg je feedback op de single loop: gedrag, wat doe je?

Heeft dat weinig effect dan wordt de focus van de coaching verplaatst naar de  double loop: opvattingen en mindset, wat denk je? Wat is daar zo belangrijk aan? Wat raak je het meest? Bij dilemma’s en keuzes ligt de focus op de triple loop, je motieven en drijfveren: wat wil je? De aanname is dat als je je motieven helder hebt, de mindset erop volgt, evenals het (door motieven en mindset) gedragen handelen.

4-De hier-en-nu-situatie als enige realiteit

Uitgaande van het gegeven dat je geen feedback kunt geven op “daar en toen” omdat het niet zinvol bijdraagt aan de oplossing van de coachingsvraag. Het waarneembare gedrag van de coachee hier en nu wordt in onderzoekende zin benut in de interventies van de coach.  Kenmerkend hierbij is de vraag: Wat je nu zo zegt (doet/ervaart), hoe heeft dat te maken met de coachvraag, mogelijkheden of problematiek waarmee je hier binnenkwam? (bron:Het coachingsmethoden handboek; Susan van Ass, uitgeverij boom/nelissen, Amsterdam, 2011. ISBN: 97890244 00867; NUR: 808).